Zonde

De vreugdeloosheid van de kerk
is dat ze telkens weer over
haar schulden spreekt, gecom-
bineerd – dat wel – met de genade,
alsof ze nooit vergeeft, nooit
echt, en nooit in vrijheid leeft,
en steeds wanneer de taart wordt
aangesneden, het goede feest
bederft: de slagroom blijkt
geschift, de kers erop is rot,
want wie een hap neemt van
de lekkernij, proeft tegelijk
bedorven zijn, je tong trekt
samen en je spuugt weer uit
wat je net tot je nam, genade-
loos.

Zo zonde.

230430